Timisoara

27 oktober 2011 - Timisoara, Roemenië

Vorige week, toen Tom op bezoek was, een bezoekje gebracht aan Timisoara, net over de grens met Roemenie. Het stadje lijkt wat op Oostenrijk. Je kan er zowel Burek (S), Goulash (H), Pljeskavica (balkanburger) als Oostenrijkse taartjes eten. De taal is vervormd Frans, de gebouwen lijken Weens-zonder-onderhoud. Tienduizend zwerfhonden, 30% Dacia's (dus dáár komt het merk vandaan), onderweg tien paard en wagens, een koe en meer dan één prostituee op de weg, een algemeen tekort aan waterleidingen en ledematen, overvloedig veel hippe mensen, hippe restaurants en hippe kroegen gesponsord door sigarettenmerken,  fascinerend en heel goedkoop.

De Servische chauffeur reed ons er naartoe met 150 kilometer per uur op binnenwegen. Incidenteel remde hij voor een voetganger of een andere auto, maar niet meer na de Roemeense grens. Behalve als het een Servische auto was. We mochten hem niet zo graag. Hij vroeg ons ten afscheid hoeveel we betaald hadden voor het hotel. "Veel te veel", was zijn commentaar. Hij vroeg ons hoeveel we betaald hadden voor ons hotel in Belgrado. "Veel te veel". We vroegen ons af hoeveel we volgens hem teveel betaald zouden hebben voor zijn taxiservice.

Bij het hotel keken ze ons de volgende ochtend wat chagrijnig aan toen we aan het einde van de ontbijtservice aanschoven. De boel was al half afgeruimd. We mochten eten bestellen, op de gok, want zonder menukaart.

De klokken in de gang en in de stad stonden allemaal stil, de informatieborden gaven de datum 11 september aan. 's Avonds kwamen we erachter dat niet álle klokken stilstonden. Sommigen gaven de correcte tijd aan, één uur tijdsverschil met Belgrado. Woeps. We boden in het hotel onze excuses aan voor ons veel te late ontbijt en renden naar de stad, zodat we nog net op tijd waren voor het klassieke concert annex heilige mis van de Duitstalige minderheid. Zonder avondeten.