Contact

24 november 2011 - Belgrade, Servië

Serviers doen me ook gewoon een beetje denken aan mijn moeder.

Als ik als kind met mijn moeder in de trein zat, dan schaamde ik me dat ze met iedereen om haar heen een praatje ging maken. Hetzelfde bij de bushalte, in de supermarkt, en eigenlijk overal. Een expeditie met mijn moeder kost nog altijd meer tijd dan je verwacht, en ze kent een on-ge-lo-fe-lijk aantal mensen. Irritant en genant, zo oordeelde ik als puberende dochter (sorry ma).

Maar die Servier die met me meeloopt naar de goede bushalte, de vrouw op de markt die me het advies geeft een andere aardappel te pakken want deze is verrot, en híér moet ik op letten om dat te zien, de dame in de trein die wil weten waar we vandaan komen en mijn visboer die verhaalt over zijn avonturen op een beroemde Engelse universiteit, die laten mijn hart smelten. En ik geloof dat ik zelf ook een beetje in mijn moeder ben veranderd. Zomaar contact maken, hoe gaaf is dat?

Vorige week, met 5 Nijmegenaren op bezoek, kwam het sociale dier in een Servier naar boven. Wij bewonderden het oudste kerkje van Belgrado, een klein ding, verstopt op een van de lagere terassen van Kalemegdan. We waren de allerlaatsten, in het donker. Een man kwam naar buiten, en onderzocht welke taal we gemeen hadden. Uitkomend op Duits dirigeerde hij ons de kerk in, naar een zijkamertje vol iconen en zei ons te gaan zitten. We bleven aarzelend staan en de orthodoxe priester verdween. Een paar minuten later kwam hij terug. Met een fles zelfgestookte rakija en verhalen over zijn land.

Dát gebeurt dan weer niet in Haulerwijk.